vrijdag 18 april 2014

Dagje dierentuin met PDD-NOS kinderen.






Dagje dierentuin met PDD-NOS kinderen 




Op een heerlijke zonnige voorjaars dag, pakken wij de rugtas in met een heerlijke lunch. En vertrekken wij naar de dierentuin in Duitsland. Het is een grote dierentuin en aangezien wij een jaarkaart tegen een leuke aanbieding willen aanschaffen, bereid ik mijn kinderen voor op wat er de eerste minuten gaat gebeuren. Omdat het druk is zullen ook hier wachttijden zijn en ook daar bereid ik hen op voor. De kinderen weten, dat ze bij ons moeten blijven. Daar zijn al heel wat jaartjes trainingen aan vooraf gegaan. Maar ze blijven dit keer bij ons staan wachten. Eenmaal betaald en met een routebeschrijving van het park gaan we naar binnen. Ik vertel de kinderen nadrukkelijk dat het een grote dierentuin is en dat wij bij elkaar moeten blijven. Er staan fotograven klaar om ons gezin op de foto te zetten. Dit is al weer anders dan anders, maar de kinderen vinden het goed en er wordt een foto van ons gemaakt. We lopen verder en besluiten de wandelroute te nemen, zodat we alle dieren van de dierentuin kunnen bewonderen.

                                    
We passeren de leeuwen, wat een indrukwekkende beesten, en de giraffen. En opeens zien de twee jongste kinderen een speeltuin in de verte. Er wordt een sprint ingezet. Ik roep de jongste nog. Hij kijkt nog even achterom, maar zijn enthousiasme wint het van de afspraak. En weg zijn ze. De speeltuin ligt op de wandelroute. Mijn man, onze oudste zoon en ik kijken nog even bij wilde zwijnen en vervolgen onze weg naar de betreffende speeltuin. Daar aangekomen en na goed kijken, zien we de kinderen niet. We sturen onze oudste nog een paar speelhuisjes in, maar helaas. Tja, wat gaan we doen? Je probeert in het hoofd van de kinderen te kijken: wat zouden zij doen als ze denken dat ze papa en mama kwijt zijn? We kiezen ervoor om door te lopen via de wandelroute. Na vijf minuten wordt er in het Duits omgeroepen dat er twee Nederlandse jongetjes hun ouders kwijt zijn en of deze ouders naar de kassa willen komen. Op dat moment bevinden wij ons achterin de dierentuin. Het is een behoorlijke klim om bij de kassa te komen. Dit kost tijd. Na tien minuten wordt er weer omgeroepen en wordt er zelfs de naam van één van de kinderen genoemd. De uitspraak van die naam, wekt bij ons de nodige lachkriebels op. Eenmaal bij de kassa aangekomen,  vliegt de jongste mij huilend in de armen. De middelste ziet er wit uit. Maar wat is iedereen blij. We bedanken de dame die onze kinderen heeft opgevangen en vervolgens gaan we eerst even wat drinken om bij te komen van de schrik. Hier krijgen wij het verhaal van de jongens te horen. Ze vullen elkaar aan en dan wordt het ons allemaal duidelijk. In de speeltuin realiseerden zij zich in één keer de afspraak en zijn toen samen teruggelopen. En kwamen uit bij de kassa. Daar was de jongste gaan huilen uit angst en bemoeide iemand van het park zich ermee. De middelste verstond de dame, maar hij vertelde de jongste wat er geantwoord moest worden. De middelste vindt het heel eng om tegen vreemde mensen te praten. De jongste deed het woord en toen werd er dus omgeroepen. Normaliter vliegen de jongens elkaar binnen de kortste keren in de haren, wanneer ze moeten wachten. Maar nu waren het brave engeltjes en hoopten ze dat wij snel zouden komen. Het duurde vrij lang en toen vroeg de Duitse mevrouw naar hun namen. De jongste gaf (na vertaling van de middelste) toen weer antwoord.  Van de jongste kon ze nog enigszins de naam uitspreken, maar  bij de middelste kwam ze er niet uit.
Waar wij als ouders nu zo ontzettend trots op zijn, dat ze bij elkaar zijn gebleven. Dat ze met elkaar hebben overlegd, wat te doen. Dat de middelste de Duitse mevrouw verstond en dat hij een oplossing vond, door zijn jongste broertje te laten antwoorden. Het geeft ons vertrouwen in de toekomst dat ze er samen wel gaan komen. Wat een toppers.
De jongste vloog mij huilend in de armen en vertelde dat hij heel erg bang was. Ik heb hem flink getroost. Hij heeft met drinken lekker op mijn schoot gezeten. Hij werd toen ook weer rustig.


Toen we onze weg weer vervolgden en we na 10 minuten bij de wolven aankwamen, was de middelste nog steeds erg wit en aan zijn hele houding zag je dat hij het moeilijk vond. Dat er nog een bepaalde emotie bij hem zat. Ik ging door mijn knieën en vroeg aan hem of hij een grote knuffel van mij wilde. En dat wilde hij maar wat graag. Wij hebben even flink geknuffeld en gekletst en toen kwam er weer kleur op zijn gezicht. De hele dag is iedereen bij elkaar  gebleven. De middelste en de jongste hielden ons goed in de gaten. Daar hadden wij als ouders zijnde geen omkijken meer naar.